Benny Vogel (44) is eigenaar van BeVo Interieur en de baas van Jasper Rochat (28). Maar Benny is geen ‘baas-baas’. Liever staat hij naast zijn mensen op de werkvloer dan erboven. Benny en Jasper gunnen ons een kijkje achter de schermen en vertellen waarom werkplezier zo belangrijk is.
Hoe ben je de scheeps- interieurbranche terecht gekomen?Benny: “Mijn ouders waren binnenvaartschipper. De liefde voor schepen zat er al vroeg in, maar ik wilde geen schipper worden, dan ben je altijd van huis. Ik was wel altijd bezig met houtbewerking, figuurzagen enzo. Zo kwam van het een het ander. Na het Hout- en Meubileringscollege in Rotterdam ben ik gaan werken. Sinds 2007 ben ik eigen baas. Samen met mijn compagnon hadden we 15 man aan het werk. Dat vond ik teveel. Ik was alleen maar bezig met organiseren en aansturen, terwijl ik zelf ook nog wilde timmeren. In 2015 ben ik zonder compagnon verder gegaan. Ik heb nu 3 man in dienst en we hebben regelmatig stagiaires.”
Jasper: “Ik heb het vak van mijn opa afgekeken. Als we bij hem op visite gingen, liepen we altijd even het schuurtje in waar hij aan het timmeren was. Ik vind het leuk om met mijn handen bezig te zijn. Zeker bij BeVo. Geen dag is hetzelfde. Vandaag werk ik de hele dag op een schip, maar er zijn ook dagen bij dat ik meerdere adressen afga.”
Benny: “We doen veel reparatie en renovatie. Daarin kijken we zo’n 3 weken vooruit. En we werken veel in de scheepvaart. Daar is het moeilijk plannen. Schippers varen van Rotterdam tot Bazel. Die kunnen niet altijd precies zeggen wanneer ze in het land zijn. Daarom houd ik altijd een ruimte in mijn agenda zodat ik flexibel kan zijn. De gaten in de planning vullen we met klussen waar geen haast bij is. Dat heb ik van tevoren ook zo met de klanten besproken.”
BeVo is een relatief klein bedrijf. Is het makkelijker of moeilijker je daar te ontwikkelen?Jasper: “Makkelijker. Bij grote bedrijven doet 1 persoon 1 ding. Dan zet je de hele dag kastjes in elkaar. Bij ons kijken we: wie is er in de buurt en wie heeft tijd? Zo word je veel allrounder. We pakken ook kleine elektra- of loodgietklusjes op. Voordat we op klus gaan bespreken we wat er moet gebeuren en hoe we dat gaan doen. En achteraf bespreken we hoe het is gegaan. Daar leer je een hoop van. De komende jaren wil ik nog allrounder en zelfstandiger worden. Het meeste leren we op de werkplek. Voor de scheepsbouw bestaat geen praktische opleiding.”
Benny: “Ik wil dat mijn mensen meedenken over een klus. Zij moeten het uiteindelijk doen. Als zij meebepalen hoe we het aanpakken, wordt het ook een beetje meer van hun. Iedereen mag er iets van vinden. En gaat er iets niet goed, dan kunnen ze me er altijd bij roepen voor overleg. Ik laat ze zeker niet aan hun lot over.”
Wat voor type baas is Benny?Jasper: “Hij is niet echt een ‘baas-baas’. Hij werkt liever mee dan dat hij op kantoor zit. Hij is ook niet streng. Als ik binnenkom, kijkt hij niet op de klok of ik wel op tijd ben. En hij is heel flexibel en benaderbaar.”
Benny: “We lopen allemaal in hetzelfde truitje. Er is hier geen hiërarchie. Iedereen is even verantwoordelijk voor de zaak. Dat geldt voor de machines en bussen maar ook voor de materialen. Die zijn wel van mij als eigenaar/directeur, maar eigenlijk is het van ons allemaal. Het is echt teamwerk. Verder vind ik het belangrijk dat het goed met mijn mensen gaat. Als ze ergens mee zitten, vraag ik daarnaar. Willen ze er niet over praten, ook goed, maar ik wil wel altijd interesse tonen.”
Hoe zie je de toekomst van BeVo?Benny: “Ik wil zeker niet verder groeien. Ik wil wel het leerbedrijf uitbreiden. Ik trek liever mensen aan die het vak van onderaf leren dan dat ik hier grote CNC-machines neerzet. Zelf wil ik in de toekomst ook voor de klas gaan staan. Ik wil mijn kennis delen. Dat lijkt me leuk, maar ik vind het ook belangrijk dat er in de toekomst niet alleen ICT’ers en vloggers bestaan, maar ook interieurbouwers.”
Jasper, heb jij een tip voor andere werknemers in de branche?“Zoek een baan die bij je past. Bij eerdere werkgevers was het alleen maar knallen-knallen. Benny is een mensen-mens. Als we hard hebben gewerkt, zegt hij om 3 uur weleens: ‘We stoppen ermee.’ En we werken met een leuk team. Ook dat is belangrijk. Je brengt met hen tenslotte bijna meer tijd door dan met je gezin.”