Op grond van de cao mag je als je ziek bent op een vakantiedag of roostervrije dag, die je zelf hebt ingepland, deze op een later moment inhalen. Ben je ziek op een roostervrije dag die door de werkgever is ingepland, dan mag je deze dag niet op een later moment inhalen (art. 34 lid 5 van de cao).
Als je ziek wordt tijdens jouw vakantie, dan moet je je ziekmelden bij je werkgever. Heb je op tijd ziekgemeld en stelt de bedrijfsarts vast dat je ziek bent, dan krijg je de vakantiedagen waarop je ziek was weer terug. Je kan deze vakantiedagen dan op een later moment weer opnemen. Na de vakantie dien je contact op te nemen met je werkgever en moet je een medische verklaring van een arts aan de bedrijfsarts kunnen verstrekken (bijlage 5 cao).
Je dient toestemming te vragen aan je werkgever om op vakantie te gaan. De werkgever kan met de bedrijfsarts overleggen of je op vakantie mag.
Als je op vakantie kunt, dan mag je werkgever geen vakantiedagen afschrijven, tenzij je daar van tevoren schriftelijk mee instemt.
Als je minder of aangepast werkt wegens arbeidsongeschiktheid dan gelden voor jou andere regels voor het opnemen en afschrijven van vakantiedagen dan voor een werknemer die volledig ziek is. Een werknemer die gedeeltelijk werkt, wordt in staat geacht vakantie op te kunnen nemen. Je werkgever mag daarom tijdens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid vakantiedagen volledig afschrijven.
Voorbeeld: Als je in verband met ziekte 15 uur per week werkt in plaats van je normale 37,5 uur, dan mag tijdens een vakantieweek de volledige 37,5 uur worden afgeschreven.
In het personeelshandboek en in de cao (bijlage 5) lees je vaak hoe je je ziek moet melden. In het algemeen dien je telefonisch contact op te nemen met je leidinggevende. Een berichtje/appje of mailtje volstaat vaak niet. Tijdens je ziekteperiode dien je jouw leidinggevende te informeren over je herstel en op welk adres je verblijft. Ook moet je beschikbaar zijn voor controle door een bedrijfsarts.